KplusV deed in opdracht van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid onderzoek naar detacheringsmodellen die in de praktijk het meeste voorkomen om de doelgroep van de Participatiewet aan het werk te helpen. Ze onderzochten de afwegingen en succesfactoren. Hun conclusie: detacheren is een succesvol instrument.

Het speelveld is complex en vraagt om een afgebakende definitie van de term detacheren. KplusV hanteert hiervoor 2 criteria:

  • De detacheerder ontvangt loonkostensubsidie en plaatst de medewerker bij de inlener;
  • De inlener vergoedt een bepaald tarief waarin de loonwaarde/loonkostensubsidie (LKS) tot uiting komt.

4 Categorieën

Het beleid van de arbeidsmarktregio’s op het gebied van detacheren in combinatie met de daadwerkelijke praktijk in de regio valt in te delen in 4 categorieën. Deze variëren van geen beleid en detacheringen, tot beleid en uitvoering die sterk gericht zijn op detachering. Allen hebben andere overwegingen om wel of niet voor detacheren te kiezen.

Resultaten

Daarna bekeken de onderzoekers per categorie tot hoeveel plaatsingen en detacheringen deze aanpak nu concreet leidt. Daaruit blijkt dat er een samenhang is tussen de inzet van detachering, zowel tijdelijk als langdurig, en het aantal banen. Directe plaatsing bij een reguliere werkgever blijft de meest ideale situatie. Maar wanneer dit niet mogelijk is, is detacheren een goed alternatief. Het leidt tot meer werkgelegenheid voor de medewerkers die met loonkostensubsidie aan de slag gaan. Daarom pleiten de onderzoekers voor een uniforme werkwijze in de arbeidsmarktregio’s, zodat kandidaten voor 80% dezelfde kansen krijgen om aan het werk te komen.

Lees het onderzoek Detacheren werkt! Eindrapport verkenning detacheringsvarianten.