Vormen robots, exoskeletten, sensoren, big data, augmented reality en andere vormen van nieuwe technologie de weg naar een inclusieve arbeidsmarkt? De Kennisalliantie Inclusie en Technologie (KIT) denkt van wel op grond van pilots bij sociale werkbedrijven.

Beter inzetbaar

KIT, een alliantie van SBCM, Cedris en TNO, is sinds eind 2017 bezig met de pilots. Doel is te onderzoeken welke kansen technologie biedt om mensen met een arbeidsbeperking beter inzetbaar te maken. KIT heeft de ervaringen en lessen uit de pilots tot nu toe beschreven in een artikel voor STAD 2019, een tweejaarlijkse publicatie van de bijzondere leerstoelen van het CAOP. Daarmee wil ze andere organisaties inspireren om ook naar de mogelijkheden van technologie voor inclusie te kijken.

Knelpunten weggenomen

Bij Amfors in Amersfoort en Senzer in Helmond werd als pilot een slimme beamer ingezet die instructies voor de medewerkers stap voor stap projecteerde op het werkblad. Een derde pilot loopt op dit moment bij UW in Utrecht. Een ruime meerderheid van de testpersonen is positief over het werken met de gebruikte technologie. Het helpt ze om hun aandacht bij het werk te houden. Ook vinden de meesten het fijn dat ze minder mondelinge instructies en begeleiding nodig hebben. Begeleiders zien dat het gebruik van de slimme beamer knelpunten grotendeels kan wegnemen. De beamer ondersteunt bijvoorbeeld medewerkers bij geheugen- en concentratieproblemen of helpt ze om meer gestructureerd te werken.

Kansen op de arbeidsmarkt

De ervaringen met de verschillende pilots tonen de potentie aan van nieuwe

technologie. Niet alleen voor het werkplezier van mensen met een arbeidsbeperking, maar ook voor hun kansen op de arbeidsmarkt en voor de werkgevers. Als door technologie meer mensen complexer werk kunnen doen, is dat voor werkgevers en SW-bedrijven in meerdere opzichten interessant. Medewerkers bieden meer toegevoegde waarde en zijn flexibeler inzetbaar. Ook krijgen ze de kans om zich verder te ontwikkelen en door te stromen van eenvoudig naar meer complex werk. Zo kunnen mensen met een beperking dus ook meer soorten werkzaamheden uitvoeren.

Onderstaand overzicht geeft een beeld welke technologie ingezet kan worden om mensen met lichamelijke, cognitieve en/of psychische beperking te ondersteunen.

Zelf aan de slag met inclusieve technologie

Uit de eerste drie pilots wordt duidelijk dat technologie zeker een mogelijke oplossing is voor inzetbaarheids- en/of productiviteitsvraagstukken, maar het moet niet het vertrekpunt zijn. Dat moet liggen in het antwoord op de volgende vragen: wat zijn de meest urgente knelpunten voor een specifieke groep werknemers bij de uitvoering van specifiek werk? Zijn het knelpunten op cognitief, lichamelijk en/of psychosociaal vlak? En wat betekenen die knelpunten voor de mensen met een beperking en voor het bedrijf?

Het is goed om eerst te kijken welke oplossingen weinig investering vragen of relatief eenvoudig zijn in te voeren. Dat zijn bijvoorbeeld wijzigingen in het werkproces, de begeleiding of de werkplekinrichting. Vervolgens verken je welke technologieën het beste passen bij de wensen en kenmerken van de gebruiker en de knelpunten. Voor succes en draagvlak is het van belang medewerkers actief te betrekken bij het ontwikkelen en implementeren van de oplossing. Deze en andere lessen werkt KIT de komende tijd uit in een handzame leidraad met analysevragen en tips.

Meer informatie

Op de website van KIT kun je de activiteiten volgen. Daar vind je ook het volledige artikel voor de publicatie STAD 2019.

Voor meer informatie over KIT kun je contact opnemen met:

Bruno Fermin, projectleider SBCM:
E: b.fermin@caop.nl
T: 06 12 78 67 01

Of

Leendert Bos, senior beleidsadviseur Sociaal Ondernemen en Innovatie Cedris
E: lbos@cedris.nl
T: 06 83 96 69 36