Het werk van jobcoaches is de afgelopen jaren niet eenvoudiger geworden. Zij hebben te maken met meer regelgeving, vaker onervaren werkgevers en complexere ziektebeelden. Volgens jobcoach Fred van der Helm is de essentie van het vak echter hetzelfde gebleven: ‘Blijf verbinden en goed luisteren, ook naar jezelf.’ Fred van der Helm is jobcoach bij het Flevolandse Concern voor Werk. ‘Jobcoaching is altijd maatwerk’, zegt hij. ‘Waar ik vroeger vooral cliënten had met ADHD of autisme, zitten er nu ook mensen bij die psychiatrisch heel ziek zijn. Dat is een ander verhaal, maar het draait nog steeds om persoonlijke aandacht. De essentie: neem je cliënten serieus en luister naar ze. Doe wat je zegt en zeg wat je doet.’ Dat geldt volgens Van der Helm ook voor de werkgevers. ‘Leg als jobcoach ook verbinding met hen. Ga er van tevoren langs en vertel het eerlijke verhaal over wat erbij komt kijken als je mensen met een arbeidsbeperking op de werkvloer hebt.’

Alleen plaatsen bij match

Daarbij waakt Van der Helm ervoor om cliënten te snel te plaatsen op een externe werkplek. ‘Daarmee ben ik weleens de fout ingegaan, waardoor cliënten uiteindelijk moesten stoppen. Achteraf merkte ik dat ik daar niet goed genoeg over na had gedacht. Bijvoorbeeld als cliënten een aangepaste werkplek nodig hadden, terwijl het werk grotendeels gestandaardiseerd was. Van die ervaringen leer ik. Ik probeer altijd te kijken of een cliënt past bij een werkgever. Ik heb de opdracht om mensen te plaatsen, maar doe dat alleen als er echt een match is. Zo niet, dan mag de werkgever zelf verder op zoek.’

Kenniskring jobcoaching

Verbinden doet Van der Helm ook met andere jobcoaches, vooral tijdens de kenniskring-bijeenkomsten van SBCM en Cedris. ‘Daar ben ik vanaf dag één naartoe gegaan. We begonnen met acht man. Inmiddels komen er elke keer zo’n vijftig jobcoaches op af. Die bijeenkomsten zijn heel waardevol. Ik kom elke keer terug met nieuwe kennis. Onder andere door te praten met collega’s uit het land, maar ook dankzij workshops over bijvoorbeeld schuldenproblematiek of motiverende gespreksvoering. Daarmee kan ik mijn cliënten weer beter helpen.’

Kleine gebaren en meedenken

Vaak zijn het de kleine gebaren waardoor een goede relatie met cliënten ontstaat, weet Van der Helm. ‘Als iemand zijn levensverhaal vertelt, kun je best zeggen dat je het heftig vindt. Wees niet te afstandelijk. Soms bezoek ik cliënten ook thuis. Daarmee toon ik mijn interesse.’ Dat deed Van der Helm ook bij Ellen van Gelder, die hij sinds een aantal jaar begeleidt. Ondanks dat zij volledig is afgekeurd, wilde ze graag aan het werk. Inmiddels heeft ze een vaste baan als gastvrouw in een verpleeghuis, waar ze zich bezighoudt met de voeding van bewoners. En dat gaat heel goed, vertelt ze zelf. ‘Misschien zou ik zonder begeleiding kunnen, maar dan zou ik tegen zaken aanlopen.’

De mooiste baan ooit

Zo had Van Gelder op haar werk moeite met drukke vergaderingen in een kleine ruimte. ‘Ik raakte daardoor overprikkeld. Mede dankzij Fred heb ik daar verandering in kunnen brengen. Eerst heb ik mijn probleem aangegeven en zijn we naar een andere vergaderruimte verhuisd. Later heb ik een nieuwe manier van overleggen voorgesteld. Nu praten we tijdens vergaderingen niet meer door elkaar en kan ik alles goed volgen. Fred heeft me daar enorm bij geholpen, vooral door mij serieus te nemen en mee te denken. Ik heb nu de mooiste baan ooit.’