‘Ik heb op de computer mijn taalkennis opgefrist en mijn rekenen opgehaald’, zegt Liesbeth van der Schaft. ‘Dat was nodig, want ik stond te lang stil. Ik had werk waar ik mijn hersenen niet erg hoefde te gebruiken.’ Van der Schaft, 43 jaar, doet sinds 2010 administratief werk bij werkbedrijf Rijnvicus in Alphen aan de Rijn. Ze wil nu buiten Rijnvicus werk vinden. E-learning, al jaren gewoon bij Rijnvicus, kan haar daarbij helpen.

Klasje

E-learning gebeurt in klasjes van acht deelnemers en één begeleider. Coach Linda Wanders: ‘We geven suggesties voor programma’s die de deelnemers kunnen doen. Iedereen werkt individueel. Als begeleiders lopen we rond, we helpen bij inloggen en bij vastlopers. Als dezelfde vragen steeds terugkomen, bespreken we die klassikaal.’ Van der Schaft heeft voldoende computerkennis en heeft geen problemen met inloggen. Ze vindt het juist leuk. In een klasje werken ook. ‘Ik ben redelijk op mezelf, maar ik vind het wel leuk om in de klas ervaringen uit te wisselen.’

‘Wat past bij mij?’

Van der Schaft gaat aan de slag met programma’s uit de WERK-portal om ander werk te vinden. ‘Linda zei dat ik ‘Wat past bij mij?’ kan doen. Dat is een soort beroepentest, dat lijkt me leuk. Ik ben benieuwd wat er uitkomt.’ Wat er in ieder geval uitkomt: een boekje. Wanders: ‘Als je het programma ‘Wat past bij mij?’ af hebt, kun je het resultaat printen. Het is een klein assessment. Dat kun je heel goed gebruiken als basis voor het opstellen van een individueel ontwikkelingsplan.’

Netwerken

Een ander programma dat Wanders geschikt vindt voor Van der Schaft, is ‘Aan de slag blijven’. ‘Dat gaat over werknemersvaardigheden, bijvoorbeeld over samenwerken en wat het betekent voor jezelf en je collega’s als je ziek bent’, zegt Wanders. Van der Schaft: ‘Dat weet ik wel. Ik moet het nog even bekijken. Solliciteren lukt wel, dat hoef ik niet met een programma te leren. Ik schrijf prachtige motivatiebrieven. Dat klinkt misschien arrogant, maar ik word altijd uitgenodigd. Netwerken, dat is misschien wel nuttig.’

Maatwerk

Rijnvicus wil voor alle doelgroepen een basis-opleidingstraject ontwikkelen, waarin e-learning ook een rol speelt. ‘Dat basistraject pas je als begeleider per persoon aan’, zegt Wanders. ‘Je pakt modules die van toepassing zijn. Het blijft maatwerk. Hoe lang het duurt, verschilt natuurlijk ook per persoon.’ Van der Schaft weet ook niet hoe lang het voor haar duurt voor ze een fijne nieuwe baan heeft. ‘Vanmiddag heb ik in ieder geval een sollicitatiegesprek, bij een meubelzaak. Dat is ook een soort oriëntatie.’

Ook thuis leren

Bij elk traject worden naast modules van de WERK-portal ook altijd andere leermiddelen ingezet. ‘Het is de bedoeling dat ze er thuis ook aan werken’, zegt Wanders. ‘De klasjes zijn om de week; dan kunnen de deelnemers tussen de lessen door zelf aan de slag. Maar dat gebeurt mondjesmaat, zien we aan de tijdstippen van inloggen. Het is vaak lastig om thuis de tijd te vinden.’ Van der Schaft: ‘Toen ik met taal en rekenen bezig was, maakte ik wel tijd, ook al had ik een kleine dochter thuis. Het voordeel van werken met de computer is dat je handiger wordt met de computer. Het is verstandig om daarin thuis te raken. Bovendien: als ik in het boekje had gewerkt, had mijn dochter eroverheen gekleurd!’